CES-project Venebuurt 2023 voltooid

05.08.2023

Het CES project Venebuurt zit er voor 2023 weer op. Al sinds 2010 wordt er in het gebied bij Terwispel volgens landelijke standaard onderzoek verricht bij broedvogels en hun jongen.
Door jaarlijks in dezelfde periodes met een vaste netopstelling te werken, kunnen (landelijk) de uitkomsten worden vergeleken. Zo wordt er een goed betrouwbaar beeld verkregen van het aantal vogels dat de jaarlijkse trek heeft overleefd. En daarnaast het aantal jongen dat jaarlijks (in het proefgebied) wordt voortgebracht.

Wisselvallig weer
De zomer van 2023 verloopt vanaf eind juni tot halverwege augustus met uiterst wisselvallig weer. Dat maakt niet alleen dat vogels het zo nu en dan zwaar te verduren hebben met veel wind en regen maar ook het onderzoek moet dan op min of meer geschikte ochtenden plaatsvinden.
Een storm op 4 juli heeft ook zijn sporen achtergelaten al moet daarbij ook meteen opgemerkt worden dat de nestjes in het riet klaarblijkelijk veel meer kunnen doorstaan dan op het eerste gezicht verwacht zou worden. Kortom, conclusies trekken dat (vanuit menselijk perspectief) slecht weer ook direct negatieve impact heeft op broedvogels moet met de nodige terughoudendheid geschieden. Daarbij opgemerkt dat er amper sprake is geweest van koud zomerweer: de temperatuur bleef over het algemeen (ruim) boven de 15 graden. Het wisselvallige weer voorkwam daarnaast dat er voor de zoveelste keer op rij sprake zou zijn van droogte dat wellicht nog funester kan uitpakken voor diverse vogelsoorten..

Lagere aantallen
Doordat er tijdens de vangsessies, met name tijdens de periode dat de jonge vogels net waren uitgevlogen, geen sprake was van optimale weersomstandigheden is het totaal aantal (te vangen) vogels dit jaar lager dan gemiddeld in de voorafgaande jaren. Alleen in het jaar 2016 werden over de afgelopen 13 jaar nog minder vogels gevangen. Het overlevingscijfer (gemiddeld van alle terug gevangen vogels) ligt evenwel rond het gemiddelde.

Totalen
Een eerste greep uit de uitkomsten laat zien dat er slechts vier eerstejaars (jonge) bosrietzangers werden aangetroffen dit jaar. Een summier aantal in relatie tot het aantal zangposten dat dit jaar werd getraceerd in het gebied. Het tij lijkt wat de keren voor wat betreft de neerwaartse lijn van het aantal fitissen al worden de aantallen van 10 jaar geleden bij lange na niet meer gehaald. Geen mezeninvasie dit jaar: in sommige jaren duiken er vele mezengezinnen op in de Venebuurt dat het totaal aantal vogels dan ook fors kan doen oplopen. Ook de rietgors liet het dit jaar wat afweten ondanks dat er zich wel zes mannetjes uit voorafgaande jaren opnieuw meldden in het broedgebied. De tjiftjaf voelt zich steeds meer thuis in de dichtere vegetatie in de Venebuurt: ook dit jaar weer relatief talrijk en productief aanwezig. Hetzelfde geldt voor het winterkoninkje dat uitgerekend dit jaar zelfs het meest talrijk werd aantroffen.

Grauwe klauwier (man) CES vangst op 27 mei 2023

Nieuwe CES-soorten
Ondanks de tegenvallende aantallen toch ook drie nieuwe vogelsoorten in de netten aangetroffen tijdens de CES-periode. Op 15 april tijdens de eerste CES ronde was dat een waterral, op 27 mei tijdens de vijfde CES ronde een grauwe klauwier en op 17 juni bij de zevende CES ronde een Baardmannetje. Alle drie soorten met hun eigen prachtige verenkleed.

Overleving
De vele zangposten van de tuinfluiter direct na aankomst halverwege mei voorspelden al een goede overleving. En dat is uitgekomen ook want ook deze soort laat dit jaar een ongekend aantal noteren terwijl de overleving ook best wel indrukwekkende resultaten laat zien: acht broedvogels uit de voorafgaande jaren die weer actief waren in de venebuurt.  Dat in tegenstelling tot slechts twee bosrietzangers uit de voorafgaande jaren welke ook weer als broedvogel opdoken. Opmerkelijk overigens dat het tegelijk ook twee getrouwe broedvogels (uit 2018 en 2020) betreft.
Een heel ander beeld als bij de kleine karekiet waarvan er weliswaar 12 opnieuw gingen broeden in de Venebuurt maar dit betreft allen broedvogels die in 2022 voor het eerst werden aangetroffen! Relatief een groot aantal rietzangers dat uit de voorafgaande jaren werd aangetroffen: van de 31 gevangen broedvogels waren het er 11 die ook in de afgelopen jaren in (of nabij) het broedgebied present waren. Bij de kleine karekiet is deze verhouding 67/12. Van de zwartkop is ondertussen bekend dat ze minder gehecht zijn aan hun broedplaats en daardoor in het opvolgende jaar uit beeld kunnen verdwijnen. Zo ook in de Venebuurt waar slechts één vrouwtje als broedvogel terugkwam in het gebied. Althans voor zover wij dat hebben kunnen waarnemen want het onderzoek is een steekproef en zal zodoende indicatieve aantallen voortbrengen!
En dat geldt niet alleen voor de zwartkop..