CES 2021: fitis in vrije val, merel herstelt zich
09.08.2021
Nadat de laatste CES ronde is gedaan binnen het hiervoor geldende tijdspad (jaarlijks) gelegen tussen 1 en 13 augustus is het voor 2021 volbracht. Al sinds vele jaren participeert VRS Menork in het landelijke CES project ondertussen al vele jaren met projecten in een moerashabitat in midden Fryslân en in een rijke en grote eigen vogeltuin in Broeksterwoude meer noordelijk in de provincie. Door te werken met een landelijke standaard en een vaste netopstelling kunnen vangsten jaarlijks met elkaar worden vergeleken en kunnen er landelijke trends m.b.t. de broedresultaten van vogels worden opgemaakt.
Duidelijke trends
Het CES project start jaarlijks op 13 april waarna er eens per 10 dagen moet worden gevangen gedurende vaste tijden van de dag en onder gelijkblijvende veldomstandigheden. Uiteraard is er daarbij altijd één belangrijke spelbreker en dat is het weer. Dat is jaarlijks variabel en dat maakt dat zowel de broedresultaten worden beïnvloed maar ook dat er wisselende aantallen kunnen worden gevangen. Daardoor zijn absolute aantallen niet altijd heel veel zeggend maar kunnen er jaarlijks wel duidelijke trends uit de totaalvangsten worden afgeleid.
Vrije val
Een eerste globale analyse van de uitkomsten over 2021 op de beide plekken van Menork laat zien dat de fitispopulatie in een vrije val is beland maar dat de merel zich lijkt te herstellen van de afname die de populatie de afgelopen jaren ondervond ten gevolge van het beruchte usutuvirus. Verder valt in de Venebuurt het grote aantal rietzangers op dat de afgelopen twee jaar werd gevangen in verhouding tot het gemiddelde aantal over alle 12 jaren: 117/108 versus 58. Ook de Snor scoorde hier met 14 exemplaren goed, ook al kwam het aantal van het echte ‘krekelzangerjaar’ (2019: toen 24) geen moment in beeld. Gemiddeld worden er hooguit vijf in het gebied gevangen en geringd weer losgelaten.
Weersextremen
Afgelopen jaar was een matig mezenjaar vergeleken met andere jaren mogelijk als gevolg van de aanhoudende kou in het voorjaar. Mogelijk dat de weer-extremen (vaak felle buien) ook debet zijn aan een lagere reproductie bij de tjiftjaf doch waar de rietzanger en kleine karekiet klaarblijkelijk minder last van ondervonden. De in Broeksterwoude vastgestelde neerwaartse trendlijn van de tuinfluiter wordt niet in de Venebuurt waargenomen. Hier bleef het aantal op het relatief hoge peil van de afgelopen 4 jaar.
Meer informatie CES-project: