Jaarverslag 2022 Boerenzwaluw gereed
17.10.2022
Terwijl de allerlaatste boerenzwaluwen momenteel op doortrek zijn naar het warme en zonnige zuiden, ligt het jaarverslag van onderzoek met broedvogels in 2022 alweer op de stapel in de boekenkast van Menork. Al vanaf 2009 wordt door Menork onderzoek gedaan bij de boerenzwaluw en ook vanaf dat jaar verscheen er jaarlijks in het najaar een rapportage over de bevindingen.
14de jaar
Nu dus al het 14de jaar dat zwaluwen worden gevolgd. Wel is er door de jaren een en ander in de systematiek gewijzigd. In de beginjaren werden er op meer dan tien locaties zo veel mogelijk zwaluwen gevangen en geringd weer losgelaten. Door dat jaarlijks op eenzelfde wijze te doen kon er informatie worden verkregen met betrekking tot overlevingspercentages in relatie tot plaats-trouw. De afgelopen jaren is de focus geheel op de individuele broedprestaties komen te liggen waarbij vogels werden voorzien van unieke (van afstand) individueel herkenbare gekleurde ringetjes.
Permanente nestcodes
De vogels kunnen dan individueel worden gekoppeld aan de nesten in de stal zodat er informatie beschikbaar komt over de reproductie (hoeveel jongen worden er jaarlijks grootgebracht door het bewuste individu) maar ook over paartrouw (kiest een zwaluw jaarlijks dezelfde partner) en nesttrouw (kiest een zwaluw jaarlijks hetzelfde nest). Dat laatste heeft er ook toe geleid dat alle, op de onderzoeklocaties aanwezige nesten, werden voorzien van permanente nestcodes.
Warm en droog
Het voorjaar en de zomer van 2022 pakten warm en droog uit. De omstandigheden in het veld lijken daarmee jaarlijks steeds moeizamer te worden voor de broedvogels. Nesten drogen sneller uit terwijl het voor de broedvogels moeilijker is om leemzand of plakmodder te vinden. Zo werd op er al meerdere malen waargenomen dat vogels hun nesten (op)maken met verse gier.
Maar ook het vinden van voldoende insecten in de steeds drogere (intensief gebruikte) weilanden is wellicht een grotere uitdaging. Voordeel van het warme en droge weer is wellicht dat jonge vogels minder warmte van oudervogels nodig hebben in de nesten en de broedvogels meer energie en tijd kunnen steken in het bij elkaar scharrelen van voedsel. Bij de in de nesten aanwezige pulli werden in elk geval geen opvallende groei achterstanden opgemerkt.
Spreiding
Het afgelopen jaar kwamen de vogels relatief laat uit het winterkwartier terug en wat daarbij vooral opviel was dat de spreiding in terugkomst groot was. De broedvogels druppelden gedurende enkele weken binnen. Vermoedelijk heeft dit er ook toe geleid dat vaste broedparen gingen scheiden waarschijnlijk omdat de ‘vaste’ partner (veel) later arriveerde en er ondertussen een ander partnerschap was afgesloten.
Minder broedvogels maar goed broedsucces
Uiteindelijk kwamen er iets minder vogels terug dan er gemiddeld in de voorafgaande jaren werd vastgesteld. Er werd een overlevingscijfer van 38 procent gemeten: dat is een terugkeer van iets meer dan 1 op de 3 (potentiële) broedvogels die vorig jaar nog present waren in de stallen. Het gemiddeld percentage over alle jaren ligt op 43 procent. Het broedsucces was met 7,2 uitgevlogen jongen per actief ‘broedpaar’ (nestpartners) echter een prima gemiddelde.
Nestpartners
Ook afgelopen jaar werden er weer opvallende waarnemingen gedaan bij nestpartnerschap.
Hoewel het merendeel van de nesten met jongen jaarlijks keurig wordt gevoerd door twee partners van beide geslachten, gebeurde het ook dit jaar weer dat er nesten zijn waarbij dat wat anders verliep. In voorafgaande jaren gebeurde het met enige regelmaat dat een man twee nesten (met andere partner) min of meer tegelijk verzorgde maar dit jaar was het een vrouwtje dat de jongen in twee nesten nagenoeg tegelijkertijd voerde..
Informatie die vooral interessant is wanneer er ook bekend is wie de natuurlijke ouders zijn van de betreffende pulli in de nesten. En dat kan alleen worden aangetoond met behulp van DNA.
Zodoende wordt er ook steekproefsgewijs DNA verzameld van individuele broedvogels.
Jaarrapport
Jaarlijks wordt er heel veel informatie in het veld vergaard dat wordt samengevat in een jaarrapport. De verzamelde gegevens verkrijgen daarnaast een diepgaande wetenschappelijke analyse.
Dat gebeurt door ook gegevens van andere plekken in Nederland, waar sinds 2019 volgens dezelfde standaard dit type onderzoek wordt gedaan, erbij te betrekken. Een eerste analyse is ondertussen gedaan en vervat in een manuscript voor een artikel voor een ornithologisch vakblad.
Het jaarverslag van het onderzoek met boerenzwaluwen is hier te downloaden.