Laag terugkomstpercentage boerenzwaluw

24.05.2020

Nest 02, PIN 25, locatie 13 (Hemrik-Fryslân), beide nestpartners geïdentificeerd (zelfde paar als in 2019 op zelfde nest)

Komen er in een gemiddeld jaar zo’n vier van de tien broedvogels van het voorafgaande jaar terug in boerenstallen, dit jaar lijkt dat niet veel hoger uit te komen dan hooguit drie van de tien zwaluwen die een jaar eerder in dezelfde stal broedden.

Betrouwbaar overlevingscijfer
Menork volgt jaarlijks broedpopulaties van de boerenzwaluw op drie locaties in zuidoost Friesland. Ondertussen zijn de eerste cijfers bekend van waargenomen broedvogels die ook in 2019 in de stallen present waren. Menork kan de vogels allemaal individueel herkennen omdat de vogels worden voorzien van opvallende unieke kleur-ringetjes om de pootjes. De broedvogels worden het hele seizoen in de gaten gehouden waarbij het vooral ook gaat om individuele broedprestaties.
Deze werkmethode laat ook zien in hoeverre vogels zijn aan hun nesten en aan hun partner. Omdat de meeste vogels de trek naar Afrika niet overleven moet er vaak worden gekozen voor een andere partner en wellicht dus ook voor een ander nest of nestplek. Door de gestandaardiseerde opzet en de wetenschap dat vogels bij voorkeur terugkeren naar de plek waar ze eenmaal (succesvol) broedden, kan er jaarlijks een goed betrouwbaar overlevingscijfer worden geproduceerd.

Erg mager
Een eerste indruk van de resultaten in 2020 leert dat de terugkeer dit jaar erg mager is en zou kunnen wijzen op veel uitval tijdens de trek en/of in het winterkwartier. Pas wanneer de cijfers zijn vergeleken met andere (goed vergelijkbare) onderzoeksprojecten kan worden vastgesteld in hoeverre de vogels daadwerkelijk te kampen hebben gehad met slechte trekomstandigheden. Maar de eerste uitkomsten lijken op een uitzonderlijk laag aantal dat de trek heeft overleefd. Op de locaties 2 en 3 (beide in Langezwaag onder Heerenveen) is het (voorlopige) percentage 25 procent en op locatie 13 (Hemrik, gelegen tussen Drachten en Heerenveen) is tot nog toe een percentage van 32 procent gemeten. De uitkomsten uit voorgaande jaren leren ons dat het percentage later in het seizoen niet op nauwelijks nog hoger wordt. Daarvan kan sprake zijn als er nog broedvogels uit 2019 opduiken die nu (nog) niet in de stal present zijn of, hoe dan ook, niet werden waargenomen.

Meer informatie  onderzoek Boerenzwaluw: