Het sijsje, hier bij ringers beter bekend als ‘Caspi’, de afkorting van zijn Latijnse naam, is de hoofdsoort die bij Menork op het Zweedse ringstation Annsjön in de netten terecht komt. Op sommige dagen zijn het kleine invasies, zoals bij voorbeeld op 9 augustus toen er binnen een half uur ruim 80 sijzen in totaal 3 netten vlogen. Verder toch opvallend dat de gevangen en geringde vogelsoorten in het hoge Noorden redelijk dezelfde zijn als in de Venebuurt in Fryslân. Maar daar onder ook soorten die in de broedtijd niet worden gevangen doch slechts op trek. Zo vangen we hier Koperwieken in de rui of juveniele vogels welke de veren nog in groei hebben. Ook  de adulte sijzen zijn in de rui en ook dat is voor ons nieuw, simpelweg omdat we ze tijdens de zomer niet vangen doch alleen tijdens de trek wanneer de rui al heeft plaatsgehad. Het vangen en ringen van vogels in het Zweedse Annsjön is ook bijzonder omdat het plaatsvindt in een uniek stukje loofbos dat midden tussen de bergen is gelegen aan de Noorse grens ter hoogte van Trondheim. Opvallend is dat het gebied sijsjes aantrekt vanwege de aanwezigheid van heel veel moerasspirea. De sijzen worden aangetrokken door deze, hier nog volop bloeiende moerasplant. En omdat de plant laag bij de grond groeit, vliegen de sijzen gemakkelijker in onze netten dan zoals bij ons wanneer ze zich veel meer in de toppen van elzen of berken bevinden.

Wanneer het ringen er s’ ochtends op zit, is er de tijd voor een vogeltrip door de bergen of langs de meren. Dat leverde al heel bijzondere waarnemingen op, zoals talrijke kramsvogels, parelduikers, taiga gaaien, ruigpootbuizerds, drieteenspecht en voorlopig als klap op de vuurpijl twee giervalken jagend op een stormmeeuw langs de bergtoppen. Dat laatste wel nadat we een berg hadden beklommen van zo’n 1.200 meter..

Menork is nog tot en met donderdag 13 augustus present op het vogelstation Ansjön te Handöl.